Soms ontstaan zoektochten naar schatten (of vermeende schatten dan toch) op een banale manier. Niet door te gaan zoeken in regionale publicaties, niet door te gaan snuisteren in de bibliotheek maar door gewoonweg te kijken naar TV. Recentelijk toonde The History Channel een reeks documentaires over de Atlantikwall, het gigantische bolwerk van Nazi-constructies langsheen de Atlantische Oceaan. 1 van de afleveringen sprak over de “Batterie Todt”, een reeks van 4 gigantische bunkers net buiten Calais, met als doel Engeland rechtstreeks te kunnen raken met artillerie. Het woord “gigantisch” mag hier gerust letterlijk genomen worden. De Batterie Todt was het paradepaardje van de Todt-organisatie, de bouwfirma van Hitler als het ware. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de geallieerden de boel hebben bestookt met tonnen van hun zwaarste bommen, de tall-boys. 1 van de batterijen bleef intact en is een museum geworden. De 3 anderen werden afgesloten voor het publiek.

Tot zover eigenlijk niet echt iets uitzonderlijks. De Duitsers bouwden aan een hels tempo enorme stellingen (waardoor we nog voor enkele jaren expedities voor de boeg hebben) en de geallieerden bombardeerden ze aan net hetzelfde tempo. Wat ons wel opviel tijdens die documentaire, was dat 1 van de 4 bunkers volledig tot gort was geschoten. Afgesloten voor het publiek werd de bunker na de bevrijding op “gevaar” gecontroleerd en kwam men tot de conclusie dat de boel uiteindelijk vanzelf wel zou verdwijnen. De kous was hiermee af. Tijdens diezelfde documentaire vertelde een historicus dat enkele van die bunkers nog kelderverdiepingen hadden, ontoegankelijk, waar naar alle waarschijnlijkheid nog objecten en misschien zelfs “schatten” te vinden waren.

Schatten. Meer dan voldoende reden om de laarzen van onder het stof te halen en de zaklampen op te laden.

Het woord was gevallen, “schatten”, kelderverdiepingen waar sedert de bombardementen niemand meer was geweest en waarvan men niet wist wat er nog allemaal te vinden was. Meer dan voldoende reden om de laarzen van onder het stof te halen en de zaklampen op te laden. Calais ligt iets meer dan een uur verwijderd van onze uitvalsbasis, dus het geheel smeekt gewoon om verkend te worden.

batterie-todt
Gigantische structuren met enkel de dood als doel.

In de gutsende regen verkennen we een eerste bunker. Een structuur in relatief goede staat en hoewel het volledig op privé-grond staat, is het een speelgrond voor urban artists. Iedere vierkante centimeter is voorzien van de nodige tags en spraypaint tekeningen. De grootste doelwitten van deze taggers zijn vanzelfsprekend de nog authentieke swastika’s en Duitse slogans, maar uiteindelijk moet ieder stuk beton eraan geloven. De bunker is eenvoudig te betreden en het geheel, zij het dan wel doorweekt en overwoekerd, is uitermate stabiel. De enige schatten die hier te vinden zijn, zijn de herinneringen aan een periode die we nooit mogen vergeten.

We trekken verder doorheen een totaal verwilderd stukje kustlijn en treffen al snel resten van betonplaten aan. Die resten worden groter, krijgen een schijn van structuur en vertonen uiteindelijk de uitlijnen van een enorme bunker. De uitlijnen, want deze bunker (in tegenstelling tot de eerste die we hebben bezocht) is compleet tot flarden geschoten. Mocht er effectief nog iets te vinden zijn, dan lijkt dit ons een goede start. Het duurt dan ook niet lang vooraleer we, bedekt onder afhangende betonplaten, een gat aantreffen. Nauwelijks groter dan de doorsnede van een normaal persoon schijnt dit gat nogal diep door te lopen. Gat, diep en onder een bunker ? Grote kans dat dit ons toegang geeft tot de onderste niveaus van wat ooit een betonnen fort was.

Mijn oorspronkelijk en zelfverklaard geniaal idee om af te dalen in de onbekende dieptes, lijkt plots heel wat minder geniaal.

Geloof het of niet, maar ik kan jullie de afdaling ten stelligste afraden. Niet alleen was de opening voor een persoon van mijn omvang eigenlijk te smal en waren de randen van dat gat alles behalve stabiel te noemen (kan al eens voorvallen wanneer duizend ton bommen uit de hemel naar beneden komen), maar vanwege de kracht van de ontploffingen staken ook overal stalen balken uit. Ooit de wapening van het beton, nu hetgeen dat de boel nog samen houdt. Mijn oorspronkelijk en zelfverklaard geniaal idee om af te dalen in de onbekende dieptes, lijkt plots heel wat minder geniaal. Na een 6 tal meter bereik ik de eerste ondergrondse verdieping. Met uitzondering van 1 deuropening en een halve ruimte, blijft van het geheel niets meer overeind. Wat wel ruim aanwezig is, is afval. Laat het aan de mens over om zowat alles te gaan bevuilen. Hoewel toevallige passanten niet in het gat konden kruipen, vonden ze dit wel een handige vuilnis put. Even een zakje met afval erin droppen en niemand gaat het terug vinden. Nog niet meteen het succes waarop ik zat te hopen maar in mijn ooghoeken merk ik een nieuw (mogelijks nog kleinere) opening. Met het nodige plooi- en duwwerk kan ik mezelf erdoor forceren en ik kan mijn ogen moeilijk geloven. Een volledige kelderverdieping, nagenoeg intact, met kisten die overal rond liggen. Zou dit het kunnen zijn ? Zouden hier effectief nog artefacten liggen ? Ik was op 1 detail na verwijderd van de ontknoping van de zoektocht en dat detail is water. De boel stond nagenoeg compleet onder water.

batterie-todt
Afdalen, een niet zo strak plan.

Water is niet meteen een probleem, in de auto liggen altijd een paar waders, alleen moet ik daarvoor eerst terug 2 verdiepingen omhoog klauteren. De talrijk aanwezige spinnen moeten zonder twijfel in een deuk hebben gelegen, want de vloekwoorden die tijdens de klim uit mijn mond kwamen, waren niet van de poes. Waders aan, terug naar beneden ploeteren en tot aan de oksels in het water. Een soort moderne grot van Alibaba laat zich merken in de straal van onze zaklampen. Overal liggen kisten, sommigen dicht, sommigen open, sommigen in stukken uiteen. Het troebele water laat ons niet meteen zien wat die kisten nu precies bevatten. Met de nodige voorzichtigheid banen we ons een weg door het water en door de gangen. Voorzichtig, want niet alleen kunnen we absoluut niet zien wat er onder onze voeten ligt, maar ook de structuur zelf (hoewel intact) is redelijk aangetast en niet echt stabiel meer te noemen.

Met iets meer ruimte om te staan, steken we ons hand in het water en nemen we 1 van de deksels die er ronddrijven. Alles wat militair is/was, is voorzien van labels dus dit zou ons een duidelijke indicatie moeten geven over wat hier allemaal in het water te vinden is. Het is pas dan (ik beken dat we via logische deductie dit ook wel konden hebben ontrafeld,maar we waren in een soort aanzuigeffect terecht gekomen) dat één en ander duidelijk werd. Sommige planken waren voorzien van houders voor granaten, anderen waren dan weer bedoeld voor de opslag van grote obussen. We stonden te midden een munitieopslag, meters onder de grond, in het water, met slechts 1 kleine uitgang. Onze zelfzekerheid krimpt met de seconde en het enige wat nu nog op de planning staat is vertrekken. Weg van hier en zorgen dat we terug aan de bovenkant zijn. Wadend door het water, trappend op planken, wordt een soort kettingeffect gecreëerd, waardoor alles onder water beweegt. 1 van de nog aanwezige obussen kon verschuiven en toonde ons, doorheen het water zijn kont. Op dergelijke momenten wordt men overgeleverd aan 1 enkele factor : geluk. Eender wat je doet, als die boel wil ontploffen, dan ontploft hij. Boven gaat niemand er iets van merken, diep onder de grond is alles wat ooit nog leefde dood. Gedreven door pure angst raken we terug op het droge en de weg naar boven was sneller dan ooit. Gedragen door imaginaire vleugels maakten we dat we uit dit gat des doods waren verdwenen.

De schat van Batterie Todt, een zoektocht die kon leiden naar een unieke gebeurtenis. Het eerste dodelijke slachtoffer van de 2de Wereldoorlog, 70 jaar na het einde ervan.

De historicus, die ons de inspiratie gaf om te komen zoeken op deze plaats, had ergens wel gelijk. Diep onder de grond waren er inderdaad nog steeds talrijke objecten uit ons oorlogsverleden te vinden. Alleen gaat het hier niet over goud, juwelen, diamanten of eender wat ons aan een piratenschat doet denken. Neen, diep onder de grond ligt, verspreid over de volledige regio, nog tonnen munitie. Plaatsen waar niemand, sedert de bevrijding, nog is gekomen en plaatsen waar niemand ooit nog zal komen. Na contact met het lokale bestuur, waar wij melding van onze vondst hebben gemaakt, vroegen we natuurlijk ook waarom dit er überhaupt nog lag. Volgens datzelfde bestuur is de situatie op zich best wel veilig. Niet alleen zijn dergelijke locaties meestal nagenoeg onbereikbaar (behalve voor zwerfvuil en mensen zoals wijzelf), maar ze liggen ook allemaal op privé-grond (waarmee ze fijntjes laten vallen dat we gedaan hebben illegaal is). Ze beseffen ook dat die munitiedepots het ooit gaan begeven, maar ze liggen verscholen onder meters beton. In het beste geval merkt niemand er iets van en gaat het gat gevuld zijn met puin, definitief dicht. In het slechtste geval gaan mensen worden opgeschrikt door een knal en gaat een deel van de bunker verzakken, waardoor het geheel ook definitief dicht is. Geen slachtoffers en probleem opgelost.

De schat van Batterie Todt, een zoektocht die kon leiden naar een unieke gebeurtenis. Het eerste dodelijke slachtoffer van de 2de Wereldoorlog, 70 jaar na het einde ervan.