Ik ben een absolute killer wanneer het gaat om romantiek. Parijs, de lichtstad, stad met de romantische bruggetjes (gesatureerd met hangsloten, die eeuwige liefde moeten symboliseren), schitterende stukjes architectuur en gebouwen met een wereldse impact.
Jawel, in Parijs kan een vrijgezel scoren maar in Parijs kun je ook de banden met de liefde van je leven gaan verstevigen.
Kuieren voor de Notre Dame of genieten van het zicht op Mont Martre …
Het was dan ook niet meer dan logisch dat ik mijn toenmalige vriendin meenam naar één van die hyper romantische plekjes. Ik nam haar mee naar het museum van de rioleringen !

Belangrijke kant bemerking voor we starten met de meer praktische beschrijvingen : ik kan echt heus wel romantisch zijn, maar heb het geluk een blonde stoot te hebben kunnen scoren, die al even verzot is van gore tunnels als ikzelf. Dus jullie “stinkende grot gevuld met trash” is onze candle light dinner.

musée-égouts-paris
Welkom in het museum – één en al romantiek.

Maar we kunnen er niet omheen, de plaatsen die ik in de intro reeds op kon sommen zijn, na de Eiffeltoren, iconische locaties op en rond Parijs.
Iedereen kent ze, ieder reisboek schrijft erover en iedere overpriced tourguide zal jullie er probleemloos heen loodsen (meestal via de tourist-traps die de rommel-souvenir-standjes zijn, want daar krijgen ze een percentje op de verkoop).
En jawel, die locaties hebben ook allemaal wel iets, maar op een moment hebben we het zo ook wel een beetje gezien. Ik weet ondertussen welke vijs waar in de Eiffeltoren zit en uit welke grondstof die is vervaardigd.
Parijs heeft zoveel andere dingen te bieden, dingen waar je niet uren hoeft aan te schuiven in een rij toeristen, die allemaal deelnemen aan het WK lijfgeur hebben. Dingen die geen fortuin kosten en dingen waar je niet meteen wordt bedolven onder de straatventers die je mini-eiffeltoren-sleutelhangers proberen aan te smeren.

Een absolute topper in dit sub-genre van de toeristische sector, is “Le musée des égouts”, oftewel : het museum van de riolen.

Een naam waar het museum zelf even sexy is als het gevoel dat diezelfde naam oproept en op geen enkel moment stelt het museum ons dan ook teleur.

De toon wordt gezet bij het aankopen van een ticket (met een waarde van iets meer dan 4€ laat het de concurrentie VER achter zich) want meer dan een veredelde cabine die naast een trap staat is het niet. Geen grandioze entrées met miljoenen flyers en opdringerige gidsen, neen, een cabine van 1 vierkante meter en een trap. (voor mensen zoals wij is dat een ronduit geniaal iets, we weten dan al meteen waar we aan toe zijn).

musée-égouts-paris
Zicht op zee – of iets wat ooit in de zee terecht komt.

Tijdens het afdalen van de trap worden we meteen herinnerd dat we ons in de riolen bevinden en niet meteen in de galerijen van het kasteel van Versailles. Een stinkwalm is prominent aanwezig (misschien had het weer er ook iets mee te maken, ons bezoek dateert van midden juli, tijdens een hittegolf) en verlaat de bezoekers geen enkel moment. Meer nog, wie het museum verlaat en terug de oppervlakte van de straat bereikt, kan nog een eindje nagenieten van die heerlijke geur, want die zit ondertussen heerlijk in je kledij ingenesteld.

Down there (de riolen, niet de term voor een heerlijke portie oraal genot) stelt het museum geen seconde teleur.
Niet alleen bevindt de bezoeker zich in een deel van de rioleringen dat nog steeds in gebruik is (ik denk dat ik de stoelgang van een goede vriend van mij heb zien passeren, ik ben het niet zeker maar zo leek het er toch op) maar het is er vooral leeg. Meer dan 10 mensen hebben we er tijdens ons bezoek niet gekruist. Een enorm verschil met wat er zich in het daglicht afspeelt. Wachtrijen van uren, duizenden bezoekers die elkaar een muilpeer zouden geven om toch maar die ene unieke (kuch) selfie te kunnen nemen.
Neen, wie het museum van de rioleringen bezoekt EN er de geur bij neemt, kan probleemloos kuieren door de gangen en tunnels en kan er rustig alle infopanelen bekijken. (want dat is ook een nationale sport geworden : sta je even lekker een paneel te lezen, krijg je 6 hijgende en overjaarse toeristen in je nek die – hoewel ze alle tijd van de wereld hebben – dat paneel nu meteen willen lezen).

musée-des-égouts-paris
Niet echt voor grote mensen, dit museum.

Over het museum kunnen we eigenlijk erg kort zijn.
Het beschrijft het leven van de rioolwerkers en de geschiedenis van de riolen van Parijs, van het verleden (toen Parijs nog een enorme shithole was) tot het heden.
Een enorme evolutie die, op technisch gebied, toch wel enige bewondering waard is.

Voor wie op wandel is in Parijs is Le musée de l’égouts een aanrader, al was het maar vanwege het idee dat men de doorstroom van afval tentoon stelt.

Trouwens, wanneer je – na je thuiskomst – bij je vrienden over je vakantie of citytrip aan het pochen bent, dan is het immer zo avontuurlijk om te tonen dat je gaan kijken bent naar gigantische pijpen waar strontwater (letterlijk dan) doorheen stroomt.

Officieel infoportaal van het museum : klik