De F4 straaljagers brachten dood, verderf maar vreemd genoeg ook opportuniteiten

F4-boten-top
De brandstoftanks van de F4 bommenwerpers brachten opportuniteiten met zich mee

Oorlog brengt nu niet bepaald het beste naar boven bij de mensen. Zowel agressors als slachtoffers van een conflict krijgen niet alleen met schade en financiële verliezen te maken, ook het menselijke leed is vaak onbeschrijfelijk. De jammerlijke realiteit van dergelijke drama’s is dat er steeds iets moois uit de assen van het verderf op schijnt te staan. De Tweede Wereldoorlog gaf, onbedoeld, het startsignaal voor de ruimteverkenning. De Koude Oorlog werd de geboorteplaats van het internet en ook de oorlog in Vietnam kende een dergelijk verhaal. In de nasleep van dit moordend schouwspel vonden heel wat vissers nieuwe boten, in de benzinetanks van F4 straaljagers.

F4-boten-2
De F4 Phantom dropt zijn dodelijke lading

De geschiedenis van de Vietnamoorlog gaan we hier niet volledig uit de doeken doen. Het is een verhaal van politiek, land en heel wat ego’s die met elkaar in de clinch lagen. Tijdens dit schijnbaar eindeloos wapengekletter werden ook straaljagers massaal ingezet. Van de bekende ‘dogfights’ tot napalmbombardementen? Het werd er een dagelijkse gewoonte gedurende verschillende jaren. De Amerikaanse luchtmacht zette er ook hun gevreesde F4 Phantoms in. Stevig uit de kluiten gewassen vliegtuigen die zowel in de lucht als tijdens bombardementen hun mannetje konden staan. Om hun inzet zo maximaal mogelijk te kunnen optimaliseren, werden heel wat van die F4 toestellen uitgerust met externe brandstoftanks (voor het eerst in de geschiedenis van de luchtvaart), die eruit zagen als enorme bommen.

Afval dat op een geniale manier een nieuw leven kreeg!

F4-boten-1
Er ontstond een heus commercieel circuit rond deze nieuwe sloepen

Tijdens het conflict voerde de Amerikaanse luchtmacht naar schatting meer dan 5 miljoen operaties uit. Die waren vanzelfsprekend niet allemaal met de F4 maar een aanzienlijk stuk ervan wel. De raids die werden uitgevoerd, brachten meteen een probleem met zich mee. Eenmaal de externe brandstoftanks leeg waren, vormden ze een extra gewicht. Dat gewicht slurpte dan weer de brandstof in het standaard reservoir op. Het werd dan ook een gewoonte om, eenmaal ze leeg waren, die externe tanks gewoon te droppen tijdens de vlucht. Veel van die dingen kwamen in velden, rivieren of zelfs in huizen terecht. 

De Vietnamese boeren, die veelal het slachtoffer waren van die droppings, zagen het met lede ogen aan. Miljoenen van die metalen tubes kwamen op hun grond terecht en richtten heel wat schade aan. Toch bleven ze niet bij de pakken zitten en zagen ze opportuniteiten. De landbouwers, veelal mensen die in bittere armoede leefden, hadden nood aan boten. Met hun aftandse sloepen konden ze niet alleen gaan vissen, ze konden er eveneens hun oogst mee naar de markt brengen. Pienter als ze waren begonnen ze met het ombouwen van die brandstoftanks tot blitse vaartuigen die tegen stootje konden. Vandaag de dag varen nog heel wat van die bootjes over de Vietnamese stromen en ontstond er zelfs een heus commercieel circuit rond. De oorlog bracht dus niet alleen dood en vernieling met zich mee. De bommen werden meteen geleverd met hoop en een blik op de toekomst, overgoten met een paradoxaal sausje.