In Charleroi zijn de sporen van het verleden overal terug te vinden
Charleroi werd ooit als industriële hoofdstad van België bekeken. Het was er goed leven, er was werk in overvloed en wie handen aan zijn of haar lijf had, trok richting Charleroi om er bakken geld te verdienen. Toch kwam er aan die periode van welvaart een abrupt einde. Een wijzigende wereldmarkt, de opkomst van de lageloonlanden en een ruk naar het digitale maakten van Charleroi het zwarte schaap van het land. Werk was er steeds minder te vinden, armoede en leegstand was er dan weer in overvloed. Dat dit verstrekkende gevolgen had voor de volledige maatschappij, ook voor het openbaar vervoer. Spiksplinternieuwe stations, voorzien om de werkende klasse tot aan de ingang van de fabrieken te brengen, werden nooit in gebruik genomen. De spookstations vormen vandaag de dag een stille getuige van wat ooit het gouden tijdperk van de metaalindustrie was.
Bouwen op z’n Belgisch
Het concept was eind de jaren 70 ronduit geniaal. Een pré-metro systeem, een netwerk van trams die deels onder de grond rijden, moest de buitenwijken van Charleroi met de grote industriële sites (en de reeds bestaande metrolijnen van de binnenstad) verbinden. Politici stonden in lijnen aan te schuiven om toch maar, samen met de beheerders van het openbaar vervoer, op de foto te kunnen want met het pré-metro systeem kon Charleroi zich gaan meten met wereldsteden. De geldkraan werd opengedraaid en miljoenen werden in gigantische bouwwerken gepompt. Helaas werd het een goed nieuwsshow ‘à la Belge’ want de bouwwerken kregen de bittere bijnaam van ‘grands travaux inutiles’, grote nutteloze werken.
De bouwwerken sleepten aan, gebruikte technieken waren hopeloos verouderd nog voor ze in gebruik werden genomen en velen stelden het daadwerkelijke nut van die lijnen in vraag. Daarnaast begon het industriële imperium barsten te vertonen. Bedrijven kozen voor werkkrachten in landen waar aan de helft van de prijs werd gewerkt en fabrieken reduceerden hun Belgische capaciteiten. (totdat velen zelfs definitief de deuren sloten). In 2012, meer dan 30 jaar na aanvang van het project, had het gros van de lijnen nog niet eens een tram van dichtbij gezien. Extra pijnlijk werd het toen bepaalde lijnen, zoals die van Chatelet, geen enkel nut meer hadden. In de druk bevolkte wijken, waar de tram die werklustige arbeiders van en naar het werk moest brengen, was werkeloosheid de norm waardoor niemand dergelijke tram gebruikte. Uiteindelijk volgde de beslissing die iedereen had zien aankomen: enkele lijnen werden gesloten. Hoewel het project van de pré-metro nog steeds lopende is, wordt nu vooral gekeken naar verbindingen met de luchthaven. De installaties op en rond de grote industriële sites werden definitief geklasseerd.
Een niemandsland in de stad
De stations en lijnen die ooit werden gebouwd, die staan er nog. Het geld om ze af te breken is er niet meer en het is nog maar de vraag of men weet wat men met die plaatsen zou moeten gaan aanvangen. Het is vanzelfsprekend niet toegelaten die plaatsen te bezoeken en in theorie is alles goed afgesloten. Toch is het voor de creatieve wandelaar niet erg moeilijk om tot binnen in die stations te raken. Het gros van de stations viel ondertussen al in de genadeloze handen van vandalen en straattuig en echt mooi kun je ze moeilijk gaan noemen. Toch zijn ze het bezoeken waard al was het maar om met eigen ogen de bouwwoede van de gouden jaren te zien.
Een grote waarschuwing is hier meteen ook z’n plaats. Er bestaat een grote kans dat je politie of veiligheid tegen het lijf loopt en die mensen zijn gekend vanwege hun gevoel voor humor. (of het ontbreken ervan) Toch zijn het niet de ordehandhavers waarvoor je moet opletten. De spookstations van Charleroi zijn heuse magneten voor jongerenbendes die er zo ongeveer hun thuisbasis hebben. Bepaalde plekken zijn ook gekende hotspots voor harddrugsgebruikers, met honderden gebruikte spuiten die er rondslingeren tot gevolg. Een confrontatie met die mensen is iets wat je moet vermijden, gebruikte naalden in je handen of voeten omdat je niet keek waar je aan het wandelen was, is ook niet echt aan te raden.
De foto’s in hoge resolutie zijn hier terug te vinden. (klik)