Pripyat is leeg, verbazingwekkend leeg
Dankzij de razend populaire HBO serie ‘Chernobyl’ is de grootste nucleaire ramp uit de geschiedenis van de mensheid opnieuw onder de aandacht gekomen. De geschiedenisboeken worden boven gehaald en ook de bezoeken aan de beruchte exclusion zone nemen toe. Wie de verlaten stad Pripyat bezoekt kan meteen ook de impact van de ramp zien. Volledige appartementsblokken staan er leeg en mensen lieten alles achter om zo snel mogelijk te kunnen vluchten. Toch wringt voor heel wat mensen daar het schoentje: alles is leeg! Wie snel snel zijn of haar koffers pakt heeft meestal niet de tijd om alles te gaan sorteren. Toch zijn de appartementen leeg. Is dit het werk van dieven en plunderaars? Het antwoord is verbazingwekkend … neen.
De regering deed geen half werk
Toen de bevolking van Pripyat bevolen werd de stad te ontruimen, lieten heel wat mensen hun hebben en houden achter. Eenmaal de eerste sarcofaag over reactor 4 werd geplaatst, in december 1986, mochten de bewoners even terug naar huis om er belangrijke spullen op te halen. Een dosimetrist vergezelde iedere familie en er werd een lijst opgesteld van wat de mensen mee wilden nemen. Die dosimetrist, aangesteld door de Sovjetregering, voerde metingen uit en indien deze buiten de vooropgestelde waarden vielen, dan moest het materiaal daar ter plaatse blijven. Meubilair werd sowieso opgeëist door de Sovjets omdat die moesten dienen om de barakken van de werklui uit te rusten.
Eenmaal de grote controleronde afgelopen was, kieperden medewerkers van de ontsmettingsploegen alles wat overbleef door de ramen naar buiten. Bulldozers brachten alles dan naar het 6de en 7de district van Pripyat, een district dat in volle opbouw was. Kledij, speelgoed, zaken met enorme emotionele waarde of eender wat achter bleef werd er in grote putten begraven. Half werk was dan ook niet meteen het stokpaardje van de administratie van de voormalige Sovjetunie.
Zijn er dan nooit dieven of plunderaars aan het werk geweest? Toch wel al viel er voor die mensen niet echt nog veel te stelen. De weinigen die er zich toch aan waagden werden opgepakt en verdwenen richting Siberische goelags. Hiermee werd een duidelijk signaal gegeven dat bandieten op geen genade konden rekenen of dat pottenkijkers, in eender welke vorm dan ook, niet echt welkom waren.